Eind jaren ’60 deelden Volkswagen en Porsche de behoefte aan een nieuw model, Porsche zocht een opvolger van de 912 en Volkswagen moest de Karmann Ghia vervangen. Destijds werd het grootste gedeelte van het ontwikkelwerk van Volkswagen door Porsche verricht. Ferdinand Piëch, hoofd research en development bij Porsche, kreeg de verantwoording over het 914 project.De oorspronkelijke gedachte was dat de 914 werd verkocht als een Volkswagen met een viercilinder en de zescilinder versies als Porsche. Echter besloot Porsche tijdens de ontwikkeling dat deze twee labels op dezelfde carrosserie weleens schadelijk zou kunnen zijn voor het imago, met name in Amerika. Dus overtuigde Porsche Volkswagen om beide modellen in de USA met een Porsche logo af te leveren.
Na de presentatie op 1 maart 1968 van het eerste prototype werd de communicatie verstoord tussen beide fabrikanten vanwege de dood van de Volkswagen topman Heinz Nordhoff. Zijn opvolger was nooit betrokken geweest bij het project en was dus niet op de hoogte van de plannen. Het gevolg was dat Volkswagen de rechten van het model volledig claimde omdat Porsche tot nu toe niet wilde delen in de kosten. Om het project door te laten gaan besloot Porsche te participeren, echter dreef dat weer de prijzen op van de 914. De 914/6 (met zescilinder) bleek uiteindelijk marginaal minder te kosten dan de Porsche 911 T, de tot dan toe goedkoopste Porsche. Als gevolg daarvan verkocht de 914/6 slecht terwijl de 914/4 de bestseller werd met meer verkoopaantallen dan de Porsche 911. De 914/4 werd als Volkswagen-Porsche verkocht, de 914/6 werd als “echte” Porsche verkocht. Er zouden maar liefst 118.000 stuks geproduceerd worden van de viercilinder versie.
Dat maakt de zescilinder Porsche 914/6 een zeldzame verschijning met dezelfde motor als de 911 T onder de kap met 110pk. De 914/6 werd als rollend chassis bij Porsche door Karmann afgeleverd voor verdere assemblage terwijl de viercilinder modellen bij Karmann zelf werden afgebouwd. Het grootste onderscheid, naast de motor, zat in het feit dat de 914/6 over het onderstel en de remmen beschikte van de Porsche 911 wat voor een duidelijk betere handling zorgde ten opzichte van de viercilinder modellen.
In 1972 stelde Porsche de 916 voor als hoogtepunt van het programma die de strijd aan moest gaan met auto’s uit een hogere klasse zoals de Ferrari Dino. Echter kostte het model dusdanig veel qua ontwikkeling waardoor de verkoopprijs hoger kwam te liggen dan de duurste Porsche 911. Dit bleek te hoog gegrepen en de 916 stierf een snelle dood na slechts 11 exemplaren waarvan minstens 5 in bezit zijn gebleven van de Porsche en Piëch (Volkswagen) families.
Uiterlijk onderscheidde de 916 zich door zijn verbrede wielkasten en vergrote grille voor betere koeling en meer zuurstof. Onder de kap lag de 2.7 motor uit de 911 Carrera RS of de 2.4 motor uit de 911S. De remmen en de voorwielophanging waren ook afkomstig uit de 911. Het dak werd vastgezet voor betere stijfheid en kreeg dezelfde kleur als de carrosserie. Het interieur was uitzonderlijk luxe met leer en airconditioning.
Porsche 914/6 GT
Deze Porsche 914/6 GT uit 1970 wordt in Frankrijk te koop aangeboden door Historic Cars. Volgens de verkoper werd deze nieuw verkocht als back-up auto voor Peter Gregg, een Amerikaanse coureur die veel in Porsches reed. Zijn auto, ook een 914/6 GT, was destijds betrokken bij een brand en gedurende de opbouw ging zijn team op zoek naar een vervanger. Echter is het nooit zover gekomen dat de auto werd ingezet door het team.
De GT is in de USA door ene M. Lader gerestaureerd en gedurende vele jaren ingezet bij historische races in de USA en Canada. De prijs is helaas op aanvraag.
Deel hieronder je mening over deze Porsche!