De introductie van de Jaguar E-type in 1961 op de Autosalon van Geneve was een ware sensatie op het gebied van design, handling, comfort en prestaties. Het Britse merk claimde een topsnelheid van 150mph, ongekend in die tijd. In eerste instantie werd de Fixed Head Coupé (FHC) getoond, later voegde zich een roadster toe aan het programma.
Onder de kap van de eerste serie (Series 1) lag de 3.8 liter zes-in-lijn motor uit de Jaguar XK150S met drie carburateurs die het schopte tot een vermogen van 265pk. Al dit geweld werd gestopt door bekrachtigde schijfremmen rondom, de onafhankelijke wielophanging hield alle vier de wielen aan de grond. In 1964 vonden de eerste updates alweer plaats met een vergrote cilinderinhoud van 4.2 liter, krachtigere remmen en gesynchroniseerde versnellingsbak. Puristen sferen echter bij het origineel met de 3.8 liter, mede omdat deze een meer “racy” karakter en zich meer thuis voelt bij hoge toeren.
In tegenstelling tot de Jaguar D-Type was de E-Type in de basis niet ontworpen voor het circuit, dat weerhield meerdere privé rijders er niet van om met het icoon te racen. Zo ging John Coombs de strijd aan met de Ferrari’s 250 GT racers in zijn E-Type, echter was het duidelijk een strijd tussen een raceauto en een auto gebouwd voor straatgebruik. In 1962 verscheen hij aan de start bij Le Mans met een dunnere stalen monocoque, wet sump D-Type motor, Lucas brandstofinjectie, verbeterde remmen en onderstel en een aluminium hardtop. Nadat hij de auto afschreef op Goodwood werd deze door de fabriek opnieuw opgebouwd, inclusief aluminium body, waarmee de basis werd gelegd voor de Jaguar E-Type Lightweight Roadster. Daarna zou Jaguar van 1963 tot 1964 nog 11 exemplaren bouwen plus 2 semi-lightweights op basis van de Fixed Head Coupé. Al deze exemplaren zouden bewaard zijn gebleven. Zeker één exemplaar exemplaar zou met een afwijkende “low drag” body zijn geproduceerd.
De specificaties? Wat denk je van 300pk en een gewicht van 975kg, daarmee was een topsnelheid haalbaar van 275km/u!
Met de Lightweight was de E-Type meer competitief, echter kwam het model feitelijk wat te laat om klinkende overwinningen op zijn naam te schrijven
Oorspronkelijk was men voornemens 18 exemplaren te bouwen waardoor er 6 chassisnummers de archieven in konden. Onlangs heeft Jaguar deze nummers alsnog gebouwd, splinternieuw naar originele specificaties met een prijskaartje van meer dan 1 miljoen Pond. Deze laatste serie blijft voorbehouden aan steenrijke verzamelaars en zien nooit de openbare weg aangezien deze niet over een typegoedkeuring voor straatgebruik beschikken.
Vandaag de dag heeft de Jaguar E-Type, en de Lightweights in overtreffende trap, nog altijd een iconische status. Het model voert vele lijstjes aan als het gaat om “de mooiste auto ooit” en lijkt alleen maar aan aantrekkingskracht te winnen. En het gerucht dat Enzo Ferrari de E-Type eigenlijk fraaier vond dan zijn eigen creaties is het grootste compliment dat een auto kan krijgen…
Jaguar E-Type Series 1 Semi-Lightweight
Deze Jaguar E-Type Series 1 Semi-Lightweight wordt door het Britse veilinghuis Coys te koop aangeboden. Het betreft een matching numbers exemplaar die volledig nieuw is opgebouwd naar Semi-Lightweight specificaties, dus met aluminium plaatdelen en een stalen buizenframe. De body is gebouwd door Brian Wilkinson van Zealia Engineering, een bekende specialist op dit gebied. Men plaatste ook een perspex achterruit, aluminium kuipstoelen met blauw leer en magnesium wielen. Allemaal zoals het origineel.
De 4.2 zes-in-lijn kreeg de nodige upgrades voor betere prestaties zoals; 3 Weber carburateurs, dubbele brandstofpomp, roestvrij stalen uitlaat en verbeterde remmen en onderstel. De auto zou zo goed gebouwd zijn dat deze in 2016 de prijs “Best In Class” in ontvangst mocht nemen op het Warren Concours in 2016. Na de bouw heeft chassisnummer IE20883 slechts 5.000 miles gereden. Omgerekend verwacht men een opbrengst tussen de € 210.000 en € 245.000.
Deel hieronder je mening over deze Jaguar!