De Citroen DS en later de ID staat bij ons beter bekend als “Snoek” naar de gelijknamige vis. De DS werd voor het eerst aan het grote publiek gepresenteerd tijdens de Autosalon van Parijs in 1955. Het publiek was werkelijk uitzinnig wat leidde tot een enorm aantal orders van 80.000 in de eerste week na de onthulling. Pas in 1956 kon men de productie opstarten. In datzelfde jaar kwam ook een meer eenvoudige versie op de markt, de ID.
De DS/ID werd geleverd in drie carrosserievarianten: een berline (sedan), break (stationwagon) en een decapotable (cabriolet).
De DS heeft inmiddels een legendarische status bereikt wat ook blijkt uit de derde plaats bij de verkiezing van de “auto van de eeuw” in 1999. Daarnaast wordt het model ook wel beschouwd als de meest innovatieve naoorlogse auto. Met name door de combinatie van hydropneumatische vering, voorwielaandrijving en schijfremmen. Met deze vering kon werkelijk elke drempel glad gestreken worden! De vorm van de carrosserie is het resultaat van een zoektocht naar de meest lage luchtweerstand. Ook waren de stijlen van het voorruit zo dun zodat er geen dode hoek ontstond. Er was een versie leverbaar met een halfautomaat, de “hydraulique”, vanaf 1963 kwam er ook een mechanische bediende versnellingsbak, de “mécanique”. Andere technische innovaties waren o.a. het polyester dak en de aluminium motorkap om het gewicht zo laag mogelijk te houden. Als bekleding werd voor het eerst rayon gebruikt en het dashboard was uit het grootste stuk industrieel vervaardigde nylon gemaakt. Bij de duurdere Pallas-modellen werden meer traditionele materialen gebruikt zoals leer.
Motorisch beschikte de DS over een inhoud van 1911cc waardoor er een topsnelheid van 140 km/u mogelijk was. Daarna ontstonden versies waarbij de motorinhoud werd vergroot, te weten de 20, 21 en 23. Vanaf 1970 werd de DS geleverd met Bosch brandstofinjectie.
In 1968 kreeg de DS/ID een facelift afkomstig uit de pen van ontwerpen Robert Opron. Het grootste uiterlijke verschil zijn de dubbele koplampen achter glas die bij de meeste modellen meedraaiden in de bocht.
Ondanks de goede verkoopaantallen is de DS nooit een succes geweest voor Citroen. Dat had met name te maken met de hoge productiekosten en de eigenaardigheden van de auto waardoor niet iedereen kon wennen aan de bediening en de lijnen van de auto. Bovendien waren de ontwerpers helemaal los gegaan zonder rekening te houden met de fatsoenlijke winstmarge. Ook de dealers hadden flink wat tijd nodig om de ingewikkelde techniek eigen te maken waardoor de DS reputatieschade opliep. Uiteindelijk zou de meer eenvoudige ID beter verkopen dan de DS.
Gedurende de twintig jaar dat de DS/ID in productie is geweest hebben er 1.455.746 stuks de fabriek verlaten.
Citroën DS 23 Safari
Deze Citroën DS 23 Safari (de Britse term voor Break) uit 1970 wordt te koop aangeboden in Engeland door DS21.co.uk. De links gestuurde luxe Franse pakezel werd voor het eerst op naam gezet in Parijs, vlak daarvoor rolde deze de fabriek uit in de geweldige kleur Brun Scarabeé AC 427 met een bruin leren interieur.
De auto is in handen geweest van de secretaris van de Franse Citroën DS Club tot begin jaren ’90, Yves Seraphin. Hij gebruikte de auto dagelijks voor zijn dierenkliniek. In 2011 besloot hij een omvangrijke restauratie in te zetten door DS en SM specialist Atelier Automobile, een project dat twee jaar in beslag zou nemen. En het resultaat mag er zijn! Zelden hebben we zo’n fraaie DS gespot op de aanbodsites, de schitterende foto’s maken het enthousiasme compleet. Deze droom voor de DS liefhebber wordt aangeboden voor omgerekend ongeveer € 36.600.
Deel hieronder je mening over deze Citroën!